Voorbedrade flexibele buizen (of de “preflex”) zijn eigenlijk bedoeld om in te werken in de vloer (onder de chape) of in de muur (achter het pleisterwerk). Preflex wordt in de praktijk echter ook vaak gebruikt in opbouw of achter gyprocwanden of boven valse plafonds. Sinds 01/06/2020 zijn de regels van het AREI qua brandveiligheid gewijzigd, in die zin dat een bundel geïsoleerde geleiders, geplaatst in een gebouw, ten minste het kenmerk Cca moet hebben. En een voorbedrade buis wordt wel degelijk beschouwd als een bundel geleiders. Een uitzondering op deze regel zijn de geïsoleerde geleiders in buizen die verzonken zijn in een onbrandbare bekleding (vb. chape of pleisterwerk) met een minimale diepte van 3cm (Zie AREI, Boek 1, Afdeling 5.2.7.).

Concreet betekent dit dat voorbedrade buizen die – zoals bedoeld – ingewerkt worden in de vloer of in de muur van het “klassieke” type mogen zijn, met de brandkarakteristiek Eca, inclusief hun uiteinden aangebracht in open lucht of in opbouw in een omgeving met normaal brandgevaar én met een maximale lengte van 3m.

Echter, van zodra voorbedrade buizen gebruikt worden in holle ruimten of in opbouw, dan moeten deze verplicht de brandkarakteristiek Cca hebben! Voorbeelden van dergelijke plaatsingswijzen:

  • de voeding van een lichtpunt in een vals plafond;
  • de doorverbinding van verschillende stopcontacten in een kring achter een gyprocwand;
  • de voeding in opbouw van een schakelaar of stopcontact in de buurt van het zekeringsbord.